HONDA VAAR ACADEMY


SLEPEN

In de Honda Vaar Academy geeft vaarprofessional Duco Snijder van Ribrental watersporters met een Honda buitenboordmotor tips om beter, veiliger en zelfverzekerder te leren varen. In deze editie vertelt hij waar je rekening mee moet houden bij het slepen, bijvoorbeeld van een grote boot door een kleintje.

Lees verder

Op het water komt het nogal eens voor dat je gevraagd wordt om een sleepje te geven. Als watersporter ben je verplicht om hulp te bieden aan watersporters in nood. Is er geen sprake van nood, bedenk dan dat aan slepen risico’s kleven. Soms is het handiger om hulp van anderen, bijvoorbeeld professionals, in te roepen voordat je zelf risico’s gaat lopen.

Langszij of achter

Meest voor de hand liggend is het slepen met een lange lijn achter de boot. Je kunt ook de te slepen boot langszij de slepende boot vastleggen. Je vormt dan een breed gekoppeld samenstel. Langszij slepen is alleen geschikt op relatief vlak water met boten van ongeveer gelijke lengte. Het voordeel is dat zodra je de boten goed naast elkaar hebt gebonden je gemakkelijker controle over de ‘sleep’ hebt. Je vaart dan alleen met een extra brede boot. Langszij slepen is in nauwe wateren lastiger en je bent relatief veel tijd kwijt met het goed vastleggen en beschermen met stootwillen tussen de boten. Dus meestal kiezen we voor het gemak van een sleepje achter de boot.

Drijvende lijn

Gebruik een lange sleeplijn van stevig materiaal, zoals polypropyleen, dat bovendien blijft drijven. Maak de sleeplijn alleen vast aan stevige onderdelen. Op de gesleepte boot zet je de lijn het liefst vast met een paalsteek, want die kun je altijd weer loskrijgen. Maak de sleeplijn vast om de mast, op een bolder of aan een spant. Onderschat nooit de krachten die op een sleeplijn komen te staan. Een knappende sleeplijn kan zomaar veranderen in een levensgevaarlijke zweeplijn. Bedenk dat een gesleept schip een enorm remmende invloed heeft op de vaart en de koers van de slepende boot. Dat remmen merk je vooral als je bochten moet maken.

Lees verder

Waterski- of sleepbeugel

Je kunt goed slepen aan een rond verlopende waterskibeugel die achter de motor van de boot is geplaatst, de zogenaamde TowForceOne of TurboSwing. Doordat de lijn achter de boot meebeweegt, sleep je altijd in de meest ideale hoek. Heb je niet zo’n beugel, zorg dan dat je de sleeplijn in het midden achter de boot vastmaakt. Vaak kan dit het beste met een zogenaamde spruit. Je maakt aan twee punten op de achterkant van de boot een korte lijn vast. In het midden van die spruit maak je de sleeplijn vast. Zo blijft de sleeplijn, net als aan een waterskibeugel buiten de boot, ver weg van de schroef. Een andere mogelijkheid is slepen met twee kruislings gespannen lijnen. Zo worden de krachten verdeeld en is manoeuvreren gemakkelijker dan met één lijn.

De lengte van de sleeplijn

Vuistregel is dat je een sleeplijn gebruikt van twee tot driemaal de scheepslengte van de slepende boot. Als je veel moet manoeuvreren, is het handig de lijn wat korter te houden. Vaar je op groter water, dan kun je de lijn wat vieren, zodat de gesleepte boot het minste last heeft van de hekgolf van de sleper. Zorg dat je de lijn gemakkelijk kunt vieren, losmaken of inkorten. De grootste kracht komt op de sleeplijn op het moment dat de gesleepte boot stil ligt en in beweging moet komen. Het is daarom handig om de lijn eerst ‘slippend’ te houden, zodat de krachten geleidelijk op de sleeplijn komt. Houd de lijn niet vast in de hand, maar laat deze om de bolder of kikker slippen.

Remmen

Voor je de lijn met een knoop vastzet, is het handig om de lijn eerst een paar keer om de bolder te draaien of een paar losse slagen om de kikker te maken. Zo komt er geen trekkracht op de knoop en krijg je deze altijd weer los. Zorg op de gesleepte boot voor de mogelijkheid om in nood te kunnen remmen. Dat kan door een puts, (een emmer met een lijn) stand-by te houden en overboord te gooien. Zorg dat de putslijn stevig aan het hengsel van de emmer is bevestigd, het hengsel goed aan de emmer vastzit en het einde van de putslijn goed aan de boot is vastgeknoopt. Je zou niet de eerste zijn die de lijn vergeet vast te zetten en de puts vervolgens naar de bodem ziet verdwijnen.

Lees verder

Staart omhoog of omlaag

We beschrijven in de video de situatie, waarbij een klein bootje (3,80 m. met 5 pk Honda, totaalgewicht 150 kilo) een grote, snel-varende boot (8 meter RIB, met Honda BF150, totaalgewicht ca 1.100 kilo) sleept. Als je rustig vaart, zorg dan dat het staartstuk van de motor van de te slepen boot omlaag staat en in het water steekt. Dan kun je sturen en spoort de boot goed tijdens de sleep. Als je de motor omhoog zet, zoekt de boot een eigen weg en zal zigzaggen. Sleep je met een grote boot een klein bootje, dan werkt het staartstuk van het kleine bootje in het water alleen remmend. De sterke, grote boot vangt bewegingen van het kleine bootje gemakkelijk op.

Rust

Zorg dat je de motor niet overbelast. Een Honda is sterk en betrouwbaar, maar geen enkele motor is bestand tegen langdurige overbelasting. Sleep nooit voortdurend volgas en laat de motor regelmatig ‘op adem komen’. Dat doe je door af en toe iets minder gas te geven en de sleep wat te ontspannen. Neem de tijd, want haast is een slechte raadgever. Ben je bij de plaats van bestemming, zorg dan dat je met de sleep weinig vaart hebt. Maak een inschatting over de vaart van de sleep en gooi de sleeplijn los als je denkt dat de boot zonder aandrijving rustig naar de kant drijft. En als je een sleep veilig hebt afgeleverd, heb je in elk geval weer een mede-watersporter blij gemaakt.